LOL, wordt de helpdesk binnenkort tot huiswerk kanaal omgedoopt?
[url=http://www.heinoken.nl/proxy/stats/index.html]Team Heinoken[/url] Flusht naar u toe deze zomer!
Kijk een keer op [url=http://www.heinoken.nl]Heinoken[/url] voor uitgaansfoto's & het bruisende leven rond Heino..
Solvabiliteit
De verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen op de balans is de solvabiliteit. Daarbij is de vraag aan de orde of de onderneming voldoende eigen vermogen heeft om in geval van faillissement alle verschaffers van vreemd vermogen hun geld terug te betalen.
Liquiditeit
De liquiditeit is de verhouding tussen de vlottende activa en het kortlopende vreemd vermogen op de balans. Vlottende activa zijn liquiditeiten zoals kas en bank en ook activa waaruit op korte termijn geld vrijkomt, zoals debiteuren en voorraden gereed produkt. Bij de liquiditeit gaat het erom of de onderneming voldoende geld beschikbaar heeft om aan de direct opeisbare betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Distributed.net: the only reason my computer is on, right now!
Een zeer hoge solvabiliteit: zorg of zegen?
Even opfrissen: wat is solvabiliteit?
De ratio wordt als volgt berekend: eigen vermogen/totaal passief:
Het eigen vermogen geeft aan voor welke som het bedrijf gefinancierd is met gelden afkomstig van de aandeelhouders.
Het passief geeft informatie over hoe het bedrijf in het algemeen gefinancierd is. Naast aandeelhouders kunnen banken en leveranciers ook belangrijke investeerders zijn.
Voor Reynaers vinden we volgende solvabiliteitscijfers:
Niet gecons 2002 Niet gecons 2001 Gecons 2002 Gecons 2001
Eigen vermogen 56.963 55.474 100.515 94.743
Totaal passief 79.190 74.331 132.165 125.365
Solvabiliteit 71,93% 74,63% 76,05% 75,57%
Waar vindt u deze cijfers? In de jaarrekening vindt u dit op pagina 6 van het bestand (= VOL 3 volgens de nummering van de Nationale Bank) voor de enkelvoudige rekening, op pagina 2 voor de geconsolideerde (= CONSO 3 volgens de nummering van de Nationale Bank).
Het eigen vermogen vindt u helemaal bovenaan de pagina. Het totaal der passiva staat helemaal onderaan de pagina.
U ziet dat op 31 december 2002 de solvabiliteit van de groep 76,05% bedroeg.
Wat betekent dit in gewone mensentaal?
De activiteiten van de groep Reynaers worden voor 76,05% gefinancierd door geld afkomstig van de aandeelhouders.
Tot zover de definitie. Maar is dit nu goed of slecht?
Om die vraag te beantwoorden moeten we even doordenken over de rol van eigen vermogen binnen een onderneming. Verdere 'doordenkers' over eigen vermogen vindt u in het artikel Eigen vermogen, zorg of zegen.
Net zoals alle dingen in het leven heeft ook eigen vermogen voor- en nadelen.
Voordelen van een hoge solvabiliteit
Wanneer een bedrijf gefinancierd wordt door gelden afkomstig van de aandeelhouder dan heeft dit twee grote voordelen:
Het geïnvesteerde geld hoeft aan de aandeelhouder niet terugbetaald te worden.
Indien er geen winst is (en er geen vroegere winsten meer in het bedrijf zitten), kan de aandeelhouder geen vergoeding eisen voor het geld dat hij investeerde. Hij krijgt dan geen dividend.
Een bedrijf kan er ook voor kiezen om niet met het geld van de aandeelhouder te werken maar om bij de bank te gaan aankloppen voor een lening.
Ooit een banklening aangegaan? Dan weet u ook dat bovenstaande voordelen niet gelden:
Een banklening moet je wel terugbetalen (volgens op voorhand bepaalde vervaldagen).
De bank eist ook een vergoeding voor het uitgeleende geld. Of u nu winst maakt of niet, u moet naast uw kapitaalaflossingen ook de vooraf afgesproken intresten betalen.
Een voorbeeld van een bedrijf dat in de tang van zijn schuldeisers zit, is Real Software, dat we volgende maand gaan bespreken.
Nadelen van een hoge solvabiliteit
Bovenstaand verhaal lijkt te mooi om waar te zijn... en dat is het ook.
De aandeelhouder hoeft niet terugbetaald te worden en, als er geen winst is, niet vergoed te worden. Waarom zou een aandeelhouder dan geld in een bedrijf steken?
De aandeelhouder denkt als volgt: ik neem een veel groter risico dan een bank, dus verwacht ik eigenlijk een hogere vergoeding dan de intrest die aan de bank betaald wordt. Bovenop de bankintrest verwacht hij een risicopremie.
En daar kan het schoentje wringen.
Want als een bedrijf wel winsten maakt, dan kan de aandeelhouder deze winsten uitkeren. OK, meestal kan niet de volledige winst worden uitgekeerd. Er gelden enkele wettelijke verplichtingen maar die zijn minimaal.
Voor een winstgevend bedrijf kan een bankschuld vaak interessanter zijn dan aandeelhoudersgeld. Want de bank kan niet zeggen: "Meneer, mevrouw, ik zie dat uw bedrijf goed boert, dus we gaan de intrest op de leningen verhogen." Een aandeelhouder heeft wel de vrijheid om jaar na jaar de dividenden te verhogen.
Moraal van dit verhaal: bij een hoge solvabiliteit is een bedrijf niet afhankelijk van banken maar wel van het 'goed gedrag' van de aandeelhouder.
De vraag rijst nu: hoe gedraagt de familie Reynaers zich? Ook hier geeft de jaarrekening enkele interessante cijfers.
De samenstelling van het eigen vermogen vertelt heel wat over het gedrag van de aandeelhouder. We analyseren hier alleen de cijfers uit de enkelvoudige jaarrekening omdat die iets makkelijker leest. Bovenaan pagina 6 van het pdf-bestand (= VOL3) vindt u volgende getallen:
2002 2001
Kapitaal 6.652 6.652
Uitgiftepremies 1.615 1.615
Reserves 48.696 47.207
Tot Eigen Vermogen (niet gecons) 56.963 55.474
Eerst even de terminologie toelichten:
Kapitaal: gelden geïnvesteerd door de aandeelhouder
Uitgiftepremies: gelden geïnvesteerd door de aandeelhouder bij de uitgifte van nieuwe aandelen.
Het principe hierachter gaat als volgt: wanneer aandeelhouders in een latere fase in een bedrijf instappen, dan verwachten de oorspronkelijke aandeelhouders vaak dat de nieuwelingen meer betalen voor eenzelfde aandeel. Want door later in te stappen nemen zij minder risico dan de investeerders die er van het begin bij waren toen het bedrijf nog niets bewezen had. Die meerprijs vinden we terug bij de uitgiftepremies. Voor het bedrijf in kwestie maakt het niet veel uit of aandeelhoudersgeld wordt geboekt als kapitaal of als uitgiftepremie. Voor het bedrijf is het gewoon geld afkomstig van de aandeelhouder.
Reserves: Het begrip "reserves" op de balans is een van de meest verwarrende begrippen uit de financiële wereld. De niet-financiële balanslezer stelt zich bij dit woord geen vragen. Voor hem zijn reserves de spaarpot van het bedrijf. Daar zit hij fout. Reserves hebben niets te maken met een appeltje voor de dorst. De reserves zijn winsten uit het verleden waarvan de aandeelhouder beslist heeft ze niet uit te keren. Maar het bedrijf gebruikt die winsten om zijn activiteiten te financieren.
Wanneer een boekhouder u ooit zou vragen hoe groot uw reserves zijn, dan wil hij niet weten hoe groot uw spaarboekje is, dan wil hij alleen weten voor welk bedrag uw bedrijf gefinancierd is met winsten uit het verleden.
De getallen in de tabel spreken voor zich. De familie Reynaers gedraagt zich niet als een slokkop. In totaal werd 48.696.000 euro van de in het verleden gemaakte winsten in het bedrijf gehouden. Keurig, vindt u niet?
Ook enkele andere getallen bevestigen dit gedrag. Daarvoor kijken we naar het dividendgedrag.
Op pagina 9 (= VOL 6) vinden we de resultaatverwerking.
2002 2001
Te bestemmen winstsaldo 4.543 5.651
Toevoeging aan het eigen vermogen 1.489 2.255
Vergoeding van het kapitaal (dividend) 3.054 3.396
Dividend / Te bestemmen winst 67,22% 60,10%
Wat vertelt deze tabel?
Het 'te bestemmen winstsaldo' is de winst waarover de aandeelhouders beslissen in de algemene vergadering.
Er zijn twee mogelijkheden:
De winst blijft in de onderneming. De aandeelhouder beslist dus dat de winst, die hem toekomt, in het bedrijf blijft. Dit betekent dat het eigen vermogen (gelden ingebracht door de aandeelhouders) stijgt. De 'toevoeging aan het eigen vermogen' was voor 2002 een bedrag van 1.489.000 euro.
De winst wordt uitgekeerd. Dit zijn de dividenden die de aandeelhouders ontvangen als vergoeding voor het door hen geïnvesteerde kapitaal. Voor 2002 ontving de familie Reynaers een bedrag van 3.054.000 euro. Dit is 67,22% van de te bestemmen winst.
De analyse wordt interessanter wanneer we de twee laatste tabellen naast elkaar bekijken.
Wat ziet u nu?
U merkt dat de reserves gestegen zijn: ze gaan van 47.207.000 euro in 2001 naar 48.696.000 euro in 2002. Dit is een stijging van... precies 1.489.000 euro, het getal dat u terugvindt in de andere tabel ("toevoeging aan het eigen vermogen" voor 2002). En dat is ook logisch: wanneer de aandeelhouder beslist de winst in het bedrijf te houden dan betekent dit dat het bedrag dat de aandeelhouders in totaal in de onderneming hebben geïnvesteerd - het eigen vermogen, dus - groeit.
Een andere interessante vaststelling heeft te maken met de uitgekeerde dividenden. U ziet dat 67,22% van de winst is uitgekeerd. Da's nogal wat, denkt u nu. Maar om te zien of dit te veel is of niet moeten we ook een ander verband bekijken.
Het totaal door de aandeelhouders ingebrachte bedrag is het eigen vermogen van 56.963.000 euro. Op dit bedrag verwacht de aandeelhouder een rendement dat ook het risico vergoedt. Wat zien we bij Reynaers (zie tabel hieronder)?
2002 (niet gecons) 2001 (niet gecons)
Dividenden 3.054 3.396
Eigen vermogen 56.963 55.474
Dividend / Eigen vermogen 5,36% 6,12%
Deze tabel bevat getallen uit bovenstaande tabellen. U merkt dat de aandeelhouders voor 2002 een rendement van 5,36% ontvingen voor het door hen geïnvesteerde geld in het familiebedrijf. Voor 2001 was dit 6,12%. Ook hieruit blijkt dat er bij de ondernemers geen kassa-kassa-mentaliteit heerst.
En dat is belangrijk. In een familiebedrijf is het cruciaal dat er een goede sfeer is onder de aandeelhouders en dat er ook onderling respect bestaat tussen aandeelhouders en bedrijf. Uit gesprekken met het bedrijf blijkt dat de banden met de familie prima zijn en dat ook de jeugd stilletjesaan wordt voorbereid.
De overdracht naar een volgende generatie is voor elk familiebedrijf een moeilijke kwestie. Kinderen opvoeden tot verantwoordelijke mensen is niet eenvoudig. Maar kinderen opvoeden tot verantwoordelijke aandeelhouders is nog een stuk moeilijker...
‘Liquiditeit’ staat voor de mate waarin een bepaald beleggingsinstrument op de markt verhandelbaar is. Waar voor een bepaald effect veel vraag en aanbod is, worden gemakkelijker transacties gesloten op gelijk welk tijdstip en tegen een marktconformere, dus juistere prijs. Men moet er rekening mee houden dat het voordeel van de liquiditeit in de regel een prijs heeft onder de vorm van een lager rendement.
De marktprijs wordt voortdurend beïnvloed door bepaalde factoren, zoals de marktrentevoet. Het kan dan ook zijn dat die marktprijs ofwel hoger ofwel lager uitvalt dan de oorspronkelijke aankoopprijs van het effect. Op dat moment spreekt men respectievelijk van meer- of minwaarden.
Onder liquiditeit wordt de mate van verhandelbaarheid van een effect verstaan. Liquiditeit is noodzakelijk om in een ‘dynamische’beleggingsstrategie hogere rendementen te kunnen realiseren.